We beginnen bij de basis. Want wat is hout eigenlijk? Cellulose, lignine en hemicellulose vormen de drie voornaamste bouwstenen.

Cellulose
is een polymeer. Door fotosynthese worden snoeren van duizenden moleculen glucose gevormd. Cellulose komt in vrijwel alle organische stoffen op aarde voor. Cellulose bestaat uit fijne witte draadjes en geeft het hout treksterkte. Hout bestaat voor ongeveer 40 tot 50 procent uit cellulose (katoen bestaat bijvoorbeeld vrijwel geheel uit cellulose).

Lignine is een chemische stof (gevormd uit p-coumarylalcohol, coniferylalcohol en sinapylalcohol). Na cellulose is lignine het meest voorkomende organisch materiaal ter wereld. Hout bestaat 16 tot 33 procent uit lignine, afhankelijk van de houtsoort. Lignine beschermt hout tegen aantasting van bijvoorbeeld schimmels en geeft hout een druksterkte/stevigheid.

Hemicellulose bestaat uit een reeks koolhydraten. Cellulose bestaat enkel uit glucose, maar hemicellulose ook uit xylose, mannose, galactose, rhamnose, en arabinose. Het heeft net als cellulose een draadachtige structuur, maar zijn de draden aanzienlijk korter. Hemicellulose is eigenlijk een soort bindmiddel voor cellulose en lignine. Hout bestaat uit 15 tot 30 procent hemicellulose.

Naast bovenstaande componenten zijn er 5 tot 30 procent inhoudsstoffen en 0,1 tot 3 % mineralen. De inhoudsstoffen zorgen bijvoorbeeld voor de kleur, geur, duurzaamheid, sterkte en dichtheid (soortelijk gewicht). De vulstoffen komen voornamelijk voor in het binnenste van de boom (kernhout), en bestaan bijvoorbeeld uit vetten, harsen, wassen, zetmeel en oliën. Tot slot vinden we in hout mineralen als calcium, natrium en magnesium.

We kunnen de houtsoorten indelen in hardhout (loofhout) en zachthout (naaldhout). Het verschil tussen hardhout en zachthout is in de celstructuur te zien. Hardhout heeft vezels van voornamelijk houtvaten (tracheeën). Bij zachthout bestaan de vezels voornamelijk uit tracheïden. De tracheeën en tracheïden zorgen voor het transport van water. De vezels verschillen in ligging, vorm, wanddikte, wandverdikking en lengte. Dit zorgt mede voor het verschil in hardheid van hout. De dichtheid van hardhout ligt meestal boven de 0,55 g/cm³. Zachthout heeft meestal een dichtheid lager dan 0,55 g/cm³.

Massief houten meubelen / bedden gemaakt van bepaald naaldhout (zachthout), voornamelijk naaldbomen (spar, den, lariks) hebben vanwege hun harsachtige houtbasis verhoogde emissies van natuurlijke terpenen. Zeker voor mensen met allergieën is het bij de keuze voor de houtsoort belangrijk hier rekening mee te houden, omdat men voor de natuurlijke uitwasemingen / damp gevoelig kan zijn. Verder dient opgemerkt te worden dat naaldbomen, welk langs de rand van de weg klaar voor transport liggen, vaak uit voorzorg in de lente en vroege zomer met chemische spray (insecticide) wordt behandeld om de verspreiding van kevers te voorkomen. Aangezien insecticiden neurotoxinen zijn, kan worden aangenomen dat deze, evenals op het zenuwstelsel van insecten, ook een gezondheidseffect hebben op mensen kunnen hebben. Tot slot is zachthout minder geschikt, omdat het een lagere densiteit heeft en daardoor minder sterk is. Om deze redenen werken nauwelijks met zachthout.

Het zachthout waar wij wel mee werken is de zogenoemde Koningin van de Alpen (zirben / zirbe / alpenden / arbe arve). Het hout van de zirben wasemt namelijk een olie uit welk volgens wetenschappelijk onderzoek een positieve uitwerking op de gezondheid en hartslag van de mens heeft. Mogelijk heeft u de typische en prettig aromatische geur in de Alpen wel eens ervaren. Het zirben hout dat wij gebruiken komt uit Oostenrijk. De gecontroleerde kap van zirben zorgt tevens voor verjonging van de wouden. Dit is positief, omdat door de groei van oudere dikke en jongere dunne bomen de wouden bestand zijn tegen bijvoorbeeld weersomstandigheden en andere invloeden.

Naast zirben hout uit Oostenrijk werken wij met hout uit Duitsland (beukenhout, eikenhout, esdoorn), Frankrijk (notenhout, kersenhout) en Italië (notenhout, kersenhout). In Duitsland wordt jaarlijks 50 miljoen kubieke meter hout gekapt. China, de VS, Scandinavië en Oostenrijk zijn de belangrijkste afnemers van Duits hout. Om ecologische redenen heeft hout uit de regio vanzelfsprekend de voorkeur boven geïmporteerd hout. Naast de kortere transportroutes zorgt de houtindustrie en bosbouw in Duitsland bijvoorbeeld voor 700.000 banen. Ook kan geïmporteerd hout minder goed getraceerd worden en kan het hout chemische behandeling (bijvoorbeeld tegen rot) ondergaan.